Transvet, slechter dan verzadigd vet

Transvet vergroot het risico op hart- en vaatziekten en mogelijk depressie. Het is volgens wetenschappers schadelijker dan verzadigd vet. Gelukkig is het in Nederland steeds gemakkelijker om dit type vet te vermijden.

Transvet, hoe ongezond is het?

Transvet vergroot het risico op hart- en vaatziekten en mogelijk depressie. Het is volgens wetenschappers schadelijker dan verzadigd vet. Gelukkig is het in Nederland steeds gemakkelijker om dit type vet te vermijden.

Naast verzadigde vetten (=verkeerd) en onverzadigde vetten (=oké), leveren sommige producten ook transvet. Dit verhoogt, net als verzadigd vet, het risico op hart- en vaatziekten.

Het LDL-cholesterolgehalte stijgt bij transvet zelfs nog sterker. Volgens de Gezondheidsraad zou je er daarom niet meer dan één procent van je calorieën per dag van binnen moeten krijgen. Dat is bij vrouwen ongeveer twee gram en bij mannen drie gram.

Bij een recent onderzoek werd overigens ook een verhoogde kans op depressie gemeten. Dat was al zo bij inname van gemiddeld anderhalve gram per dag.

Af en toe-producten

Transvet ontstaat voornamelijk tijdens de productie van eten, door het verharden van olie en vet. Zoals bij het maken van harde margarine of vast frituurvet. Verder zit het voornamelijk in bakkersproducten, koek, gebak en dus gefrituurde snacks.

Het gaat dus vooral om producten die je toch al beter niet te vaak kunt eten. Uitzondering daarop zijn de smeersels voor op brood, zoals margarine en bak- en braadproducten. Dat zijn namelijk ook hele belangrijke leveranciers van gezond, onverzadigd vet. Daarvan heb je dagelijks wat nodig. Als je kiest voor vloeibare, zachte vetten krijg je het meeste gezonde vet en minder verzadigd vet en transvet binnen.

Nederland

In Amerika zijn een aantal steden waar de horeca bij wet geen producten met transvet mag verkopen. In Nederland vertrouwt de overheid op zelfregulering. Tot nu toe lijkt dat te werken.

In 2003 is er een TaskForce Verantwoorde Vetzuursamenstelling in het leven geroepen om transvet in Nederland terug te dringen. Daarin zaten vertegenwoordigers uit de industrie, van leveranciers van bakkerijgrondstoffen tot Horeca Nederland. Bij veel producten is de hoeveelheid transvet nu veel kleiner. Bij vetten en oliën die gebruikt worden om te frituren en als ingrediënt in snacks is het zelfs van 9,7 naar 0,7 gram per ons gegaan.

Transvet herkennen

Fabrikanten hoeven het transvetgehalte niet op de verpakking te vermelden. Sommigen doen dit juist wel, bijvoorbeeld als het gehalte flink lager ligt dan bij concurrenten.

Wel zit er vaak (wat) transvet in producten waar bij de ingrediëntenlijst staat: ‘plantaardig vet, gedeeltelijk gehard’ of ‘gehydrogeneerd vet’. Natuurlijk transvet is ook schadelijk en zit in kleine hoeveelheden in zuivel en vlees.